bouwkuip
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- bouw·kuip
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van bouw en kuip
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bouwkuip | bouwkuipen |
verkleinwoord | bouwkuipje | bouwkuipjes |
Zelfstandig naamwoord
- (bouwkunde) een waterdichte constructie met gesloten damwanden om iets te bouwen
- De bouwkuip werd open gehouden met stempels.
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord 'bouwkuip' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.