bouwbeleid
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: bouwbeleid (hulp, bestand)
Woordafbreking
- bouw·be·leid
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van bouw zn en beleid zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bouwbeleid | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het bouwbeleid o
- plan van aanpak betreffende het bouwen
- ▸ Advies over bouwbeleid: betere inspraak, minder landbouw, eigen minister[1]
Hyponiemen
Gangbaarheid
- Het woord bouwbeleid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Advies over bouwbeleid: betere inspraak, minder landbouw, eigen minister” (Donderdag 8 april 2021, 09:01), NOS