bouwbeleid

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bouw·be·leid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bouwbeleid
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het bouwbeleido

  1. plan van aanpak betreffende het bouwen
     Advies over bouwbeleid: betere inspraak, minder landbouw, eigen minister[1]
Hyponiemen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 6 maart 2023 Weblink bron “Advies over bouwbeleid: betere inspraak, minder landbouw, eigen minister” (Donderdag 8 april 2021, 09:01), NOS