bouncer
Uiterlijk
- boun·cer
- Naamwoord van handeling van bouncen met het achtervoegsel -er [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bouncer | bouncers |
verkleinwoord | - | - |
de bouncer m
- iets dat terugkaatst, terugveert of terugspringt
- (sport) terugkaatsende bal
- Het woord bouncer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Geluid: bouncer (AU) (hulp, bestand)
- IPA:
- boun·cer
enkelvoud | meervoud |
---|---|
bouncer | bouncers |
bouncer
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 7
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Achtervoegsel -er in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Sport in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Woorden in het Engels
- Woorden in het Engels van lengte 7
- Woorden in het Engels met audioweergave
- Achtervoegsel -er in het Engels
- Zelfstandig naamwoord in het Engels