boucher
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Frans
Uitspraak
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
voltooid deelwoord |
boucher |
bouchais |
bouché |
eerste groep | volledig |
Werkwoord
boucher
- overgankelijk afsluiten, sluiten [1]
- overgankelijk dichtstoppen
- wederkerend dichtslibben, verstopt [2] raken
- overgankelijk, (dierkunde) het gebit inspecteren
Uitdrukkingen en gezegden
enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|
zonder lidwoord | met lidwoord | zonder lidwoord | met lidwoord |
boucher | le boucher | bouchers | les bouchers |
Zelfstandig naamwoord
boucher m
- (beroep) slager
- (figuurlijk), (pejoratief) afslachter, beul
Afgeleide begrippen
- [1] boucherie
Categorieën:
- Woorden in het Frans
- Woorden in het Frans van lengte 7
- Woorden in het Frans met audioweergave
- Werkwoord in het Frans
- Overgankelijk werkwoord in het Frans
- Wederkerend werkwoord in het Frans
- Dierkunde in het Frans
- Zelfstandig naamwoord in het Frans
- Beroep in het Frans
- Figuurlijk in het Frans
- Pejoratief in het Frans