botteling

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bot·te·ling
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord botteling bottelingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de bottelingv

  1. de keer dat men wijn of bier van het vat in de fles doet
     Zeer verrassend om deze jeugdige wijnen - 2e oogst, 1e botteling - al zo mooi te proeven. Binnen 3 jaar na aanplant al goed drinkbaar en koopwaardig, herkenbare wijnen met vooral harmonie in geur en smaak. Interessant voor wijnliefhebbers om te ontdekken dat er ook in Gelderland en de Achterhoek mooie wijnen gemaakt kunnen worden.[1]
     De komende weken worden deze daadwerkelijk gebotteld tot de eerste Caribische wijn ooit. Enkele weken geleden dreigde de oogst en de botteling van Curaçao Winery nog te stranden op de bureaucratie die welig tiert op het eiland.[2]
     Het is wat frisser dan de gewone Duvel. Die wordt namelijk na botteling nog een paar weken bewaard, voor de nagisting. En in de glazen flesjes wordt het bier ook blootgesteld aan licht, in een vat is het altijd donker. Bier uit het vat is altijd jonger, en daardoor wat frisser.[3]
Vertalingen

Gangbaarheid

67 % van de Nederlanders;
74 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

  1. Bronlink Weblink bron “Achterhoekse rode wijn krijgt zware onvoldoende” (21-07-2006), Tubantia
  2. Bronlink Weblink bron “Caribische wijn gemaakt door Tukkers komt er toch” (18-07-2016), Tubantia
  3. Bronlink Weblink bron
    Laura Romanillos
    “Olivier enige café ter wereld met Duvel op de tap” (10-01-2017), Tubantia
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be