bottelaar
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- bot·te·laar
Woordherkomst en -opbouw
Naamwoord van handeling van bottelen met het achtervoegsel -aar
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bottelaar | bottelaars |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de bottelaar m
- (beroep) iemand die drank in flessen verpakt en verkoopt als beroep
Gangbaarheid
- Het woord bottelaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.