botst aan

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • botst aan
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
aanbotsen

botst (...) aan

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanbotsen
    • Jij botst aan. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanbotsen
    • Hij botst aan. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van aanbotsen
    • Botst aan! 

Gangbaarheid