botox

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bo·tox
enkelvoud meervoud
naamwoord botox -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de botoxv / m

  1. (medisch) neurotoxisch gif dat wordt ingespoten om bepaalde gezichtsspieren te verlammen en zo rimpels minder zichtbaar te maken
     In Europa krijgen we slechts voorbeelden van uitgesproken extreme Amerikanen te zien, alleen maar uitingen van contrasten. Ze zijn ofwel supermooi met botox en nepborsten, of enorm dik en luidruchtig.[1]

Werkwoord

vervoeging van
botoxen

botox

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van botoxen
    • Ik botox. 
  2. gebiedende wijs van botoxen
    • Botox! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van botoxen
    • Botox je? 

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers op Wikipedia
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be