botervet

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bo·ter·vet
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord botervet botervetten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het boterveto

  1. glycerol molecuul met daaraan drie moleculen boterzuur gebonden; het hoofdbestanddeel van boter; het vet dat in melk zit
    • Boter klaren is niet zo heel lastig, heel zachtjes opzetten, alles wegscheppen wat bovenkomt en langzaam, langzaam afgieten zodat achterblijft wat is gezonken. Het zijn eiwitdeeltjes die in het botervet verbranden. Ghee maken is hetzelfde maar dan laat je na het scheiden het botervet op een pitje staan tot er helemaal geen vocht meer inzit. [1] 
    • Giet de room in een grote glazen bokaal die je afsluit met een goed passend deksel. Schud de bokaal stevig heen en weer tot de room stijf is. Op dit punt moet je even op je tanden bijten: je blijft schudden tot de massa opnieuw in beweging komt en zich uiteindelijk opsplitst in karnemelk en vlokjes botervet. [2] 
Vertalingen

Gangbaarheid

97 % van de Nederlanders;
93 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. De Telegraaf FELIX WILBRINK 17 feb. 2014 Pasanda oftewel een Indiaas riblapje
  2. De Standaard 09 APRIL 2016 Boter
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be