Naar inhoud springen

boterkoek

Uit WikiWoordenboek
  • bo·ter·koek
enkelvoud meervoud
naamwoord boterkoek boterkoeken
verkleinwoord boterkoekje boterkoekjes

de boterkoekm

  1. een koek, traditioneel bereid met roomboter, die gevuld wordt met amandelspijs
    • Hij eet graag boterkoeken. 
100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be