boslandschap

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bos·land·schap
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord boslandschap boslandschappen
verkleinwoord boslandschapje boslandschapjes

Zelfstandig naamwoord

het boslandschapo

  1. een landschap dat gedomineerd wordt door de aanwezigheid van bossen
     Door bijvoorbeeld het gebruik van cortenstaal verdwijnen en verschijnen de bruggen bovendien in het landschap. Daarbij gaat de bruine roestkleur van het materiaal enerzijds goed op in het boslandschap, maar vormt het anderzijds ook een scherp contrast met de omgeving, aldus NEXT architects.[1]
  2. schilderij van een bos
     Van Dedem had namelijk wél een topstuk van Hobbema in bezit: Boslandschap met een vrolijk gezelschap in een wagen. Het hing bij hem, thuis in Londen, boven de schoorsteen in de zitkamer. "Het was niet mijn lievelingsstuk, maar wel het belangrijkste van mijn collectie."[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 6 oktober 2022 Weblink bron
    Niels Meijerink
    “Oude stijl met moderne twist: acht nieuwe bruggen geplaatst op landgoed Windesheim” (25-01-2022), Tubantia
  2. Bronlink geraadpleegd op 6 oktober 2022 Weblink bron “"Deze Hobbema hoort in het Rijks"” (Vrijdag 6 juni 2014,), NOS