boskat

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

2. Een Noorse boskat.
Uitspraak
Woordafbreking
  • bos·kat
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord boskat boskatten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de boskatv / m

  1. (dierkunde) benaming voor sommige wilde katachtigen met geelbruine vacht
  2. bepaald type langharige raskat
    • Ze weet in elk geval dat de kat is overleden en dat geeft een beetje rust. ,,Maar we willen haar graag in onze tuin begraven. Haar een eigen plekje geven. Dus we hopen –ook voor onze twee jonge kinderen- dat iemand iets heeft gezien of weet waar Milly is. Het is voor driekwart een Turkse Van en voor een kwart een Noorse boskat, prachtig om te zien. Het was zo’n leuke kat. Ze bemoeide zich op een leuke manier overal mee en kon zelfs apporteren." [3] 
    • Volgens de ouders hebben zoektochten naar de bruine boskat en flyeren toen niets uitgehaald. Mulan bleef spoorloos. De ouders zijn ontzettend blij en verrast dat 'hun' eigenzinnige Mulan alsnog door de Dierenambulance is gevonden. [4] 
Hyponiemen

Gangbaarheid

94 % van de Nederlanders;
90 % van de Vlamingen.[5]

Verwijzingen