bosgitje
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- bos·git·je
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van bos zn en gitje zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ||
verkleinwoord | bosgitje | bosgitjes |
Zelfstandig naamwoord
het bosgitje o dim. tant.
- (tweevleugeligen) Cheilosia variabilis een vliegensoort uit de familie van de zweefvliegen (Syrphidae). De wetenschappelijke naam van de soort is voor het eerst geldig gepubliceerd in 1798 door Panzer
Hyperoniemen
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord 'bosgitje' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.