bordel
Uiterlijk
bordel m
- bordeel
- (spreektaal) puinhoop
- «Quel bordel ici!»
- Wat een bende hier! [1]
- «Quel bordel ici!»
- (spreektaal) gesodemieter, gedonder
- «Je te jure, ça va être le bordel ici.»
- Ik zweer het je, we krijgen hier een hoop gedonder. [1]
- «Je te jure, ça va être le bordel ici.»
bordel
- (spreektaal) shit! verdomme!
- «Bordel! J'ai encore raté mon train!»
- Verdomme! Ik heb alweer mijn trein gemist! [1]
- «Bordel! J'ai encore raté mon train!»