borde

Uit WikiWoordenboek

Frans

Werkwoord

vervoeging van
border

borde

  1. eerste en derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (indicatif présent) van border
  2. eerste en derde persoon enkelvoud tegenwoordige aanvoegende wijs (subjonctif présent) van border
  3. tweede persoon enkelvoud gebiedende wijs (impératif présent) van border


Spaans

Uitspraak
  • IPA: /ˈboɾ.d̪e/
Woordafbreking
  • bor·de
enkelvoud meervoud
borde bordes

Zelfstandig naamwoord

borde m

  1. boord, rand, kant, zoom
Synoniemen

Werkwoord

vervoeging van
bordar

borde

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van bordar
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van bordar
  3. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van bordar