bootvervoer
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: bootvervoer (hulp, bestand)
Woordafbreking
- boot·ver·voer
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van boot zn en vervoer zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bootvervoer | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- verplaatsing over het water met een boot
- ▸ In Zeeland is op 30 april gratis bus- en bootvervoer beschikbaar, deelde Peijs vanmorgen mee.[2]
Gangbaarheid
- Het woord bootvervoer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Zeeland wil een blijde Koninginnedag” (31 maart 2010), Reformatorisch Dagblad