boordsel

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

[2] schild met groen boordsel
Uitspraak
Woordafbreking
  • boord·sel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord boordsel boordsels
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het boordselo

  1. (kleding) versiersel aan de randen van kledingstukken
    • Die kleuren werden op 13 augustus 1902 geïntroduceerd. Daarvoor voetbalde de ploeg in een zwarte korte broek met wit boordsel, een zwart shirt (met kraag, witte manchetten en een wit schildje met de zwarte initialen ‘AAG’ op de linkerborst) en een zwarte pet met een metalen insigne van de club. Zwart-wit, de kleuren van de stad Gent. [2] 
  2. (heraldiek) versiersel aan de rand van een schild
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

65 % van de Nederlanders;
75 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen