boomzwam
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- boom·zwam
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | boomzwam | boomzwammen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
- zwam die op bomen groeit
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord boomzwam staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.