boomlopertje
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: boomlopertje (hulp, bestand)
- IPA: / ˈbomlopərcə / (4 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ˈbom.lo.pər.cə/
- (Vlaanderen, Brabant): /ˈbom.lo.pər.tʲə/
Woordafbreking
- boom·lo·per·tje
Zelfstandig naamwoord
het boomlopertje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord boomloper