boomkikker

Nederlands

De kenmerkende liesvlek is gedeeltelijk zichtbaar boven de achterpoot.

Uitspraak

• Geluid:  boomkikker    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• boom·kik·ker

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  boom zn  en  kikker zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	boomkikker	boomkikkers
verkleinwoord	boomkikkertje	boomkikkertjes

Zelfstandig naamwoord

de boomkikker m

1. (kikkers) Hyla arborea , klein kikkertje uit de familie boomkikkers (Hylidae ) dat zich in bomen en heesters kan begeven

Hyperoniemen

• boomkikkers, kikkers, amfibieën, viervoeters, gewervelden, chordadieren, dieren

Verwante begrippen

• Afrikaanse boomkikker, Afrikaanse grijze boomkikker, blaffende boomkikker, Californische boomkikker, Ceylonese boomkikker, Cubaanse boomkikker, eekhoornboomkikker, gouden boomkikker, grijze boomkikker, groene boomkikker, Italiaanse boomkikker, koraalteenboomkikker, kruisboomkikker, Maleise vliegende boomkikker, mediterrane boomkikker, Pacifische boomkikker, pantserkopboomkikker, reuzenboomkikker, roodsnuitboomkikker, Sardijnse boomkikker, tandboomkikker, vogelstemboomkikker, zwartvoetboomkikker

Hyponiemen (in taxonomische zin)

• Indien boomkikker wordt beschouwd als individu van de familie of andere groep boomkikkers zie dan Hyponiemen boomkikkers

Vertalingen

    1. Hyla arborea, klein kikkertje dat zich in bomen en heesters kan begeven   

Duits: Laubfrosch (de) m Engels: tree frog (en) Esperanto: hilo (eo)

Frans: rainette (fr) v Italiaans: raganella (it) v Spaans: rana de San Antonio (es) v, rana arbórea (es) v

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

Gangbaarheid

• Het woord boomkikker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.