boombrug

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

boombrug
Uitspraak
Woordafbreking
  • boom·brug
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord boombrug boombruggen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de boombrugv / m

  1. (vaak heel eenvoudige) voorziening voor kleine dieren zodat ze veilig naar de overkant van een verkeersweg kunnen gaan
     Een boombrug over de Brusselse ring moet ervoor zorgen dat kleine dieren zoals eekhoorns veilig de ring kunnen oversteken. De brug komt bovenop de portiek van de dynamische signalisatie tussen het op- en afrittencomplex Groenendaal en de grens met het Brussels gewest.[1]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 11 mei 2023 Weblink bron
    llo
    “Boombrug over Brusselse ring” (10/07/2013), De Standaard