boomblauwtje
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: boomblauwtje (hulp, bestand)
- IPA: / ˈbomblɑucə / (3 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ˈbom.blɑʊ̯.cə/
- (Vlaanderen, Brabant): /ˈbom.blɔʊ̯.tʲə/
Woordafbreking
- boom·blauw·tje
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van boom en blauwtje
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | - | - |
verkleinwoord | boomblauwtje | boomblauwtjes |
Zelfstandig naamwoord
het boomblauwtje o dim. tant.
- (vlinders) bepaald soort dagvlinder, Celastrina argiolus
- Er zat een boomblauwtje op tafel tussen de bloemen.
Hyperoniemen
Vertalingen
1. bepaald soort dagvlinder, Celastrina argiolus
Gangbaarheid
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 12
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Zelfstandig verkleinwoord
- Vlinders in het Nederlands
- Insecten in het Nederlands