boomblauwtje

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

1. een boomblauwtje
Uitspraak
Woordafbreking
  • boom·blauw·tje
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord - -
verkleinwoord boomblauwtje boomblauwtjes

Zelfstandig naamwoord

het boomblauwtjeo dim. tant.

  1. (vlinders) bepaald soort dagvlinder, Celastrina argiolus op Wikispecies
    • Er zat een boomblauwtje op tafel tussen de bloemen. 
Hyperoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie