bonuspunt
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- bo·nus·punt
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van bonus en punt
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bonuspunt | bonuspunten |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het bonuspunt o
- extra punten bovenop een al behaalde score
- Ook voor Wilders’ partij is Twitter aanvankelijk geen vanzelfsprekendheid. In aanloop naar de verkiezingen voor het Europees Parlement in 2009 laat de PVV-lijsttrekker voor Europa, Barry Madlener, aan de Leeuwarder Courant weten niks te zien in het medium: „We moeten het niet van Twitter hebben, maar van onze standpunten.” Maar Wilders’ politieke stijl blijkt van nature aan te sluiten bij de vuistregels van Twitter: nuance is in 140 tekens een no-go, aanval is de standaardmodus en #ophef zorgt voor bonuspunten.[1]
Gangbaarheid
- Het woord bonuspunt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bonuspunt" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ NRC Clara van de Wiel 24 februari 2017
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be