bonjourt

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bon·jourt

Werkwoord

vervoeging van
bonjouren

bonjourt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bonjouren
    • Jij bonjourt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bonjouren
    • Hij bonjourt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van bonjouren
    • Bonjourt!