bonenbroden

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bo·nen·bro·den
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

de bonenbrodenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord bonenbrood
    • Volgens de bakker is het een gemiddeld brood. „Er ziten veel koolhydraten in, maar verder is het niet erg voedzaam. Wat dat betreft deden onze erwten- en bonenbroden er destijds niet voor onder. Dat waren sowieso geen ongezonde broodjes, maar het was niet lekker." [1]

Gangbaarheid

Verwijzingen