bondssponsor

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bonds·spon·sor
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bondssponsor bondssponsoren
bondssponsors
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de bondssponsorm

  1. (sport) (economie) een bedrijf dat een sportbond financieel ondersteunt
     Ze willen niet met rackets van bondssponsor Yonex spelen en hebben ook een aanbod om te spelen met hun eigen rackets, maar dan zonder logo op de snaren, afgewezen.[1]
     In het akkoord staat onder andere dat de merkenteams meer sponsorplekken op hun pakken krijgen. Daarnaast mogen de schaatsers nu aan beide kanten van hun muts de naam van hun sponsor vermelden. Bondssponsor KPN behoudt het logo aan de voorkant van de muts.[2]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 8 november 2021 Weblink bron “Toppers alsnog in EK-selectie” (31-01-2011), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 8 november 2021 Weblink bron “Akkoord KNSB en schaatsploegen” (21-03-2014), NOS