bondsbeleid

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bonds·be·leid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bondsbeleid
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het bondsbeleido

  1. plan van aanpak bij een sportbond of vakbond
     KNSB-directeur Fledderus hoopt zaterdag de ledenraad toch ervan te overtuigen dat de door de directie gekozen weg de juiste is. "We zullen het samen moeten doen." Als de bondsbegroting het niet haalt, moet hij opnieuw aan het werk. "We moeten met z'n allen met minder geld leuke dingen doen."[1]
     De KNSB kampt al jaren met verliezen en wil dit seizoen een deel van de bezuinigingen doorberekenen naar de schaatsers, merkenteams en de gewesten. Die weigeren mee te werken, omdat ze van mening zijn dat de noodzakelijke bezuinigingen op een andere manier gerealiseerd kunnen worden. In tegenstelling tot het verleden trekt de oppositie nu wel gezamenlijk op tegen het voorgenomen bondsbeleid.[2]
Hyponiemen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 25 maart 2023 Weblink bron “Handbalbondscoach Fiege stapt op uit onvrede met bondsbeleid” (Maandag 18 september 2017, 17:31), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 25 maart 2023 Weblink bron “Nog geen akkoord in begrotingsrel schaatsbond” (Maandag 24 oktober 2016, 21:21), NOS