bomgat

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bom·gat
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bomgat bomgaten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het bomgato

  1. galmgat van een klokkentoren waardoor het geluid van de klokken de toren kan verlaten
  2. gat ontstaan door een bominslag
  3. gat waardoor men een ton kan ledigen
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

71 % van de Nederlanders;
64 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen