bollard

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

1. Een bus wacht op het in de grond zinken van 2 bollards, die auto's van de busbaan houden.)
Uitspraak
Woordafbreking
  • bol·lard
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bollard bollards
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de bollardm

  1. (verkeer) stevige paaltje om auto's te weren dat in het wegdek kan verzinken op momenten dat toegang voor een auto wel gewenst is
     Je hebt sluipverkeer en je hebt kruipverkeer. Degenen die tot deze laatste categorie weggebruikers behoren, maken er een sport van om tussen paaltjes en bollards in het centrum van Enschede door te manoeuvreren om zo alsnog ‘na sluitingstijd’ het winkelerf binnen te kruipen. Luttele minuten nadat iemand merkt dat een bollard - u weet wel zo’n paaltje dat op en neer gaat - even defect is, weet heel Enschede dat en stormt iedereen daar de binnenstad binnen. (…) De bollard in de Hengelosestraat heeft ook al een bewogen leven achter de rug.[1]
Synoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 29 juli 2021 Weblink bron “Bollard staat voor paal” (20 juni 2009) op tubantia.nl


Engels

Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
bollard bollards

Zelfstandig naamwoord

bollard

  1. (scheepvaart) bolder, stevige klamp op kade, steiger of boot
  2. (verkeer) stevig uitgevoerd paaltje om auto's te weren
Overerving en ontlening


Frans

Un bollard
Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
zonder lidwoord met lidwoord zonder lidwoord met lidwoord
  bollard     le bollard     bollards     les bollards  

Zelfstandig naamwoord

bollard m

  1. (scheepvaart): bolder, stevige klamp op kade, steiger of boot
Synoniemen
Verwante begrippen