bokspartij

Nederlands

[2] bokspartij

Uitspraak

• Geluid:  bokspartij    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• boks·par·tij

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  boksen ww  en  partij zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	bokspartij	bokspartijen
verkleinwoord	bokspartijtje	bokspartijtjes

Zelfstandig naamwoord

de bokspartij v

1. vechtpartij met de vuisten
2. wedstrijd in de bokssport

   ▸ Hoogste gage voor bokspartij ooit: 105 miljoen euro

   ▸ Peter Müllenberg heeft zijn eerste bokspartij op de Olympische Spelen op overtuigende wijze gewonnen. De 28-jarige medaillekandidaat uit Almelo won op punten van Ehsan Rouzbahani uit Iran: 29-28, 29-28, 29-28.

Synoniemen

• [1] vuistgevecht

Gangbaarheid

• Het woord bokspartij staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.