boezelaarster
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- boe·ze·laar·ster
Woordherkomst en -opbouw
Naamwoord van handeling van boezelen (verouderd) met het achtervoegsel -aar en met het achtervoegsel -ster
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | boezelaarster | boezelaarsters |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de boezelaarster m
- vrouw die altijd aan het opruimen is
Gangbaarheid
- Het woord 'boezelaarster' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.