boetepreek
Uiterlijk
- Geluid: boetepreek (hulp, bestand)
- boe·te·preek
- samenstelling van boete en preek
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | boetepreek | boetepreken |
verkleinwoord |
- (religie) vermanende preek door een dominee of priester
- Savonarola - Der schwartze Prophet. Documentaire over Savonarola, monnik in Florence tijdens de Renaissance. Hij voorspelde hel en verdoemenis voor iedere afvallige van het geloof . Met overtuigskracht, want zelfs de paus vreesde zijn boetepreken. [1]
- een beschuldigende speech
- Justitie stelde vervolging in tegen iedereen die het product verkocht als middel tegen kanker. De minister van Gezondheid kwam met een felle boetepreek tegen allen die „spelen met de gezondheid van ons volk”.[2]
- [1] strafpredikatie
- [2] berisping, strafrede, vermaning
- Het woord boetepreek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "boetepreek" herkend door:
86 % | van de Nederlanders; |
81 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ NRC 17 mei 2008
- ↑ NRC F.G. van Hasselt 22 februari 2007
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be