boetelingensneeuw
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- boe·te·lin·gen·sneeuw
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | boetelingensneeuw | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
- (meteorologie) type sneeuwdek ontstaan door onregelmatig afsmelten [2]
Gangbaarheid
- Het woord 'boetelingensneeuw' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.