boerenopstand

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

boerenopstand
Uitspraak
Woordafbreking
  • boe·ren·op·stand
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord boerenopstand boerenopstanden
verkleinwoord boerenopstandje boerenopstandjes

Zelfstandig naamwoord

de boerenopstandm

  1. (politiek) verzet van landbouwers tegen de overheid
     POEGATSJOV, Jemeljan Ivanovitsj (1742-1775). Donkozak, leider van een grote boerenopstand tegen Katharina II. Gaf zich uit voor de vermoorde tsaar Peter. Werd in Moskou terechtgesteld.[2]
     Het Twentse dorp stond destijds in vuur en vlam door de omstreden ruilverkavelingsplannen van de provincie. Boeren trokken ten strijde met mestwagens, brandbommen en hooivorken. De politie beantwoordde het protest met gummiknuppels. Vandaag beginnen de audities voor de voorstelling die theaterproducent Gerard Cornelisse over de boerenopstand maakt.[3]
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. “Oorlog en Vrede” (1869), van Oorschot, ISBN 978902825115 1
  3. Bronlink geraadpleegd op 19 januari 2022 Weblink bron “Tubbergen herdenkt boerenopstand van 1971 met spektakelstuk” (21-08-2021), NOS