boerenkapel

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

boerenkapel
Uitspraak
Woordafbreking
  • boe·ren·ka·pel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord boerenkapel boerenkapellen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de boerenkapelv / m

  1. (muziek) kleine muziekgroep bestaande uit boeren
  2. (muziek) kleine muziekgroep die met blaasinstrumenten en slagwerk die carnavalsmuziek speelt
     Naast de supporters op de berg zorgt de vele muziek ook voor de nodige positieve energie. Met zestien muzikanten is de boerenkapel 'De Zwiebel' vanuit Den Haag naar de Alpe d'Huez gekomen om de fietsers met muziek aan te moedigen. Voorzitter Frans Rietbroek vindt het belangrijk dat ze kunnen helpen met het inzamelen van geld voor onderzoek naar kanker. De groep biedt dan ook niet alleen muzikale ondersteuning, maar hebben ook een cheque bij zich van 11.000 euro.[1]
Synoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 26 februari 2023 Weblink bron
    Marjolein Bax
    “Aanmoedigingen klinken op Alpe” (Donderdag 6 juni 2013, 12:59), NOS