boerenhoeve

Nederlands

boerenhoeve

Uitspraak

• Geluid:  boerenhoeve    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• boe·ren·hoe·ve

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  boer zn  en  hoeve zn  met het invoegsel -en- 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	boerenhoeve	boerenhoeven boerenhoeves
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de boerenhoeve v / m

1. (landbouw) (bouwkunde) (statig) woon- en bedrijfsgebouw voor een boerenfamilie en hun bedrijf

   ▸ Even later overkwam Tratnik bijna hetzelfde, maar de Sloveen wist de meubelen te redden door het erf van een boerenhoeve op te sturen.

   ▸ We zitten nu al op onze bestemming, een boerenhoeve met gites, gerund door Nederlanders. We gaan hier twee weken heerlijk genieten.’’

   ▸ Verder heeft het landgoed als boerenhoeve een geschiedenis die teruggaat tot 1410.

Synoniemen

• hofstede, havezaat, boerenbedrijf, hoeve, boerenhofstede, boerderij

Vertalingen

    1. woon- en bedrijfsgebouw voor een boerenfamilie en hun bedrijf   

Engels: homestead (en), farmhouse (en),

Gangbaarheid

• Het woord boerenhoeve staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.