boekhoudprogramma
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- boek·houd·pro·gram·ma
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van boekhouden zn en programma zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | boekhoudprogramma | boekhoudprogramma's |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het boekhoudprogramma o
- softwarepakket voor het voeren van een boekhouding
- ▸ Je bankgegevens delen voor een boekhoudprogramma of beleggingsapp kan technisch gezien vanaf vandaag, maar consumenten staan er niet om te springen. Slechts 15 procent van de consumenten heeft interesse in dit soort toepassingen.[1]
- ▸ Door de aanval met ransomware, die werd uitgevoerd met een Oekraïens boekhoudprogramma, raakten twee terminals van het bedrijf buiten gebruik. Daardoor konden ladingen niet worden gelost en moesten schepen uitwijken. De schade loopt naar verwachting in de tientallen miljoenen euro's. Sinds gisteren werken de terminals weer.[2]
Gangbaarheid
- Het woord boekhoudprogramma staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Banken klaar voor delen betaalgegevens, maar consument wil het (nog) niet” (Zaterdag 14 september 2019, 07:07), NOS
- ↑ Weblink bron “'Ransomware-slachtoffer APM had beveiliging niet op orde'” (Zaterdag 8 juli 2017, 03:53), NOS