boekenverzamelaar

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • boe·ken·ver·za·me·laar
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord boekenverzamelaar boekenverzamelaars
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de boekenverzamelaarm

  1. iemand die zeldzame of oude boeken verzamelt
     Van der Vlist zegt niet hoeveel de KB heeft betaald voor het boek, dat overgenomen werd van een Zwitserse boekenverzamelaar. "Ik wil er niet mee te koop lopen. Je kunt van het bedrag geen huis kopen, maar wel een mooie auto."[2]
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 25 maart 2023 Weblink bron “Koninklijke Bibliotheek koopt manuscript van 'middeleeuwse Rembrandt'” (Donderdag 13 oktober 2022, 17:01), NOS