boegseerde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: boegseerde (hulp, bestand)
- IPA: / buxˈserdə / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- boeg·seer·de
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
boegseren |
boegseerde
- enkelvoud verleden tijd van boegseren
- Ik boegseerde.
- Jij boegseerde.
- Hij, zij, het boegseerde.
- In z'n verbeelden boegseerde Gerrit mee, her en der, met de sissende, puffend-zwoegende sleepbootjes, bracht een tros uit en zocht, gevend en nemend, een doorvaart in het dobberend gewemel van tjalken, boeiers, pakschuiten, aken en lichters, die, met hun donkerende, opstekende stevens een moot uit water en morgen sneden.... [1]
- Ik boegseerde.
Gangbaarheid
- Het woord 'boegseerde' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Iependaal, W. vanDe dans om de rinkelbom. (1939) De Arbeiderspers, Amsterdam ; p. 6/7; geraadpleegd 2018-07-13