boden
Uiterlijk
- bo·den
vervoeging van |
---|
bieden |
boden
- meervoud verleden tijd van bieden
- Wij boden.
- Jullie boden.
- Zij boden.
- Wij boden.
de boden mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord bode
- Het woord boden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "boden" herkend door:
93 % | van de Nederlanders; |
89 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be