bochelig

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  bochelig    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• bo·che·lig

Woordherkomst en -opbouw

• afleiding van bochel met het achtervoegsel -ig

	stellend	vergrotend	overtreffend
onverbogen	bochelig	bocheliger	bocheligst
verbogen	bochelige	bocheligere	bocheligste
partitief	bocheligs	bocheligers	-

Bijvoeglijk naamwoord

bochelig

1. een sterk gekromde rug hebbend

   ▸ De Aardappelrooiende boerin van Vincent van Gogh is in elk opzicht gemodelleerd naar het onderwerp. Het schilderij is niet bijzonder kleurrijk, bruinen en grijzen overheersen, de vrouw heeft een knoestig, wat bochelig figuur....

Vertalingen

    1. een sterk gekromde rug hebbend   

Engels: hunchy (en)

Gangbaarheid

• Het woord 'bochelig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bochelig" herkend door:

69 %	van de Nederlanders;
69 %	van de Vlamingen.