bobbeltjesplastic

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bob·bel·tjes·plas·tic
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bobbeltjesplastic
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het bobbeltjesplastico

  1. verpakkingsmateriaal voor breekbare voorwerpen gemaakt van plastic dat veel luchtkussentjes bevat
     Maar hij zit er een aantal keer met plezier naar te luisteren, waarna hij de ene lp bij de andere lp’s in de kast zet en de andere lp in bobbeltjesplastic inpakt.[1]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Johan Harstad (vert. Edith Koenders en Paula Stevens)
    “Max, Mischa & het Tet-offensief” (2017), Podium op Wikipedia, ISBN 9789057598500