boîte

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  boîte    (hulp, bestand)
• IPA: / bwɑt / (1 lettergreep)

Woordafbreking

• boî·te

Woordherkomst en -opbouw

• van Frans boîte

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	boîte	boîtes
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

de boîte v

1. (informeel) bedrijf als economische eenheid

   ▸ Bestaat er iets als vrouwelijk leiderschap? Ik leid mijn boîte zoals ik denk dat ik ze moet leiden. Maar misschien ben ik geen typevoorbeeld, ik gedraag me niet uitgesproken vrouwelijk.

Synoniemen

• toko [3]
• zaak [5]

Opmerkingen

• Dit is Belgisch-Nederlands, maar ook in België geen standaardtaal.

Gangbaarheid

• Het woord boîte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• frequentie in teksten in het Nederlands uit België, op een 7-puntsschaal:

        2

• frequentie in teksten uit België, vergeleken met die in Nederland, op een 7-puntsschaal:

        2

Frans

Uitspraak

• Geluid:  boîte    (hulp, bestand)
• IPA: /bwat/

enkelvoud		meervoud
zonder lidwoord	met lidwoord	zonder lidwoord	met lidwoord
boîte	la boîte	boîtes	les boîtes

Zelfstandig naamwoord

boîte v (orthographe traditionnelle, spelling vóór 1990)

1. doos, kistje, bus

   «Sans rien dire, je découvris ma boîte de biscuit, et je constatai la disparition de plusieurs galettes…»

   Zonder iets te zeggen opende ik mijn koekjesdoos en ik stelde vast dat verschillende koekjes verdwenen waren…

2. blik, conservenblik

   «[…] les jours de grande pluie, nous lancions sur les flots tumultueux des caniveaux le cuirassé « Suffren » fait d’une boîte à sardines, marque « À la Rose », le couvercle spiraleux disposé comme une voile […]»

   […] op hevige regendagen lieten we op de woelige golven van de goten het pantserschip "Suffren" te water, dat gemaakt was van een sardienenblik van het merk "À la Rose", met het gekrulde deksel als een zeil opgesteld.

3. (spreektaal) werkplek, zaak

   «Au bout d’une vingtaine de mètres, il s’arrêta devant un restaurant, une boîte à bon marché, et nous invita à entrer avec lui, histoire de manger et de boire un peu.»

   Na een twintigtal meter hield hij stand voor een restaurant, een goedkope tent, en hij nodigde ons uit om samen met hem binnen te gaan om iets te eten en te drinken.

4. (spreektaal) disco, danstent

   «Hier on s'est fait virer de cette boîte à la con.»

   Gisteren hebben ze ons uit die klotedanstent gegooid.

Schrijfwijzen

• (orthographe rectifiée, spelling ná 1990) boite