blut

Uit WikiWoordenboek
Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: błüt


Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • blut
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘geen geld meer hebbend’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1903 [1]
stellend
onverbogen blut
verbogen (blutte)

Bijvoeglijk naamwoord

blut

  1. (financieel) geen geld meer hebbend
    • Na die aankoop was hij helemaal blut. 
     Dat kon vreemd lijken, maar zoals de situatie toen was, was zij degene die geld had en hij was op dat moment vrijwel blut, ongeveer zoals wijzelf nu. En toen gebeurde wat moest gebeuren. Of liever: toen gebeurde wat mama en Antoine wilden. Ze werden met opzet zwanger.[2]
Synoniemen
Opmerkingen
  • De verbogen vorm is (nog) vrij ongebruikelijk
Vertalingen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen