blotte

Uit WikiWoordenboek

Deens

Woordafbreking
  • blot·te

Bijvoeglijk naamwoord

blotte, g / o

  1. bepaalde vorm enkelvoud van de stellende trap van blot

blotte, mv

  1. onbepaalde en bepaalde vorm meervoud van de stellende trap van blot


Noors

Uitspraak
Woordafbreking
  • blot·te
Naar frequentie 23553
vervoeging
onbepaalde wijs blotte
tegenwoordige tijd blotter
verleden tijd blottet
blotta
voltooid
deelwoord
blottet
blotta
onvoltooid
deelwoord
blottende
lijdende vorm blottes
gebiedende wijs blott
vervoegingsklasse Klasse 1 zwak
opmerking

Werkwoord

blotte

  1. overgankelijk ontbloten, blootleggen
    «En britisk kvinne blottet brystene på pub.»
    Een Britse vrouw ontblootte borsten in een pub.
  2. overgankelijk openleggen, een aangrijpingspunt bieden
Afgeleide begrippen
Typische woordcombinaties
  • [1]: blotte tennene
de tanden blootleggen
  • [2]: blotte sin uvitenhet
zijn onwetenheid openleggen



Nynorsk

Uitspraak
Woordafbreking
  • blot·te
vervoeging
onbepaalde wijs blotte
blotta
tegenwoordige tijd blottar
verleden tijd blotta
voltooid
deelwoord
blotta
onvoltooid
deelwoord
blottande
lijdende vorm blottast
gebiedende wijs blott
blotta
blotte
vervoegingsklasse Klasse 1 zwak
opmerking

Werkwoord

blotte

  1. overgankelijk ontbloten, blootleggen
  2. overgankelijk openleggen, een aangrijpingspunt bieden
Schrijfwijzen
Typische woordcombinaties
  • [1]: blotte hovudet
het hoofd blootleggen