blokkeerfries
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- blok·keer·fries
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | blokkeerfries | blokkeerfriezen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de blokkeerfries m
- een Fries die een wegblokkade opwerpt om demonstranten te verhinderen aanwezig te zijn bij de intocht van Sinterklaas
- In 2018 zorgden blokkeerfriezen dat de snelweg geblokkeerd was.