bloemenlijn

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bloe·men·lijn
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bloemenlijn bloemenlijnen
verkleinwoord bloemenlijntje bloemenlijntjes

Zelfstandig naamwoord

de bloemenlijnv / m

  1. een reeks bloemenwinkels bediend door een lijnrijder
    • Hof Den Haag heeft in hoger beroep de uitspraak van Rechtbank Den Haag vernietigd en heeft bepaald dat een lijnrijder op een bloemenlijn naar Duitsland toch belasting zware motorrijtuigen (eurovignet) was verschuldigd.[1] 

Gangbaarheid

Verwijzingen