bloemdaas
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- bloem·daas
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van bloem zn en daas zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bloemdaas | bloemdazen |
verkleinwoord | bloemdaasje | bloemdaasjes |
Zelfstandig naamwoord
- (tweevleugeligen) Philipomyia aprica een vliegensoort uit de familie van de dazen (Tabanidae). De wetenschappelijke naam van de soort is voor het eerst geldig gepubliceerd in 1820 door Meigen
Hyperoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'bloemdaas' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.