bloembollenkweker

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

bloembollenkwekers halen winterdek weg
Uitspraak
Woordafbreking
  • bloem·bol·len·kwe·ker
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bloembollenkweker bloembollenkwekers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de bloembollenkwekerm

  1. (beroep) iemand de tulpen, narcissen en andere bloembollen kweekt
    • Door het warme weer zijn ze twee tot drie weken eerder de grond uitgeschoten, dus heeft de Heumense bloembollenkweker Theo Theunissen de meeste van de 150.000 gladiolen al van het land gehaald die hij speciaal voor de Vierdaagse had geplant. ,,Die staan inmiddels bij mensen thuis in de vaas", zegt hij. [2] 
    • Bloembollenkweker Jaap Uittenbogaard, lid van Remarkable Tulips: 'Het was van Rose een persoonlijk, lang gekoesterde wens om haar muzikale held te eren met een Hollandse tulp. Ik was daar enthousiast over en we zijn er mee aan het werk gegaan. Geweldig dat dit nu is gelukt.' [3] 
Vertalingen

Gangbaarheid


Verwijzingen