bloedstolsel

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

bloedstolsel in bloedvat
Uitspraak
Woordafbreking
  • bloed·stol·sel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bloedstolsel bloedstolsels
verkleinwoord bloedstolseltje bloedstolseltjes

Zelfstandig naamwoord

bloedstolsel o [1]

  1. een propje samengeklonterd bloed
    • Meer dan 25 experimentele medicijnen sneuvelden tijdens soms grote trials met sepsispatiënten. Die middelen dempten de krachtige afweerreactie. Of verhinderden het ontstaan van fatale bloedstolsels waardoor organen uitvallen. Alleen Xigris was tien jaar op de markt, maar verdween in 2011 (zie kader Xigris). [2] 
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
93 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. NRC Wim Köhler 28 mei 2016
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be